Deze tekst van een Pinksterlied uit de protestantse kerk kwam ik tegen: “In vuur en vlam zet ons de Geest,
gegeven op het pinksterfeest, ten leven op ons uitgestort, hoort hoe Gods kerk geboren wordt!”
Als ergens in Nederland een gebouw in vuur en vlam staat, dan bellen we 112 en vervolgens rukt de brandweer uit. Als zij alles hebben geblust en het gebouw of gebied weer veilig is, geven ze het signaal: “brand meester”, wat betekent dat ze de brand onder controle hebben.
In de laatste jaren lijkt het alsof de brandweer ongevraagd, zonder oproep, in de katholieke kerk aan het blussen is geweest. Het lijkt erop dat in veel parochies en gemeenschappen het vuur gedoofd of uitgeblust is. Wij moeten eerlijk durven bekennen dat de Kerk in onze tijd meer en meer macht en aanzien verliest, dat de structuren en gebouwen die de kerk in bezit heeft niet meer voldoen aan de werkelijkheid van vandaag, zoals die 50-60 jaar geleden was. De tijd van de stampvolle kerken, de tijd dat iedereen naar de kerk ging, zeker niet uit eigen overtuiging, maar gewoon omdat het moest, is voorbij in het jaar 2024. De kerken lopen sterk terug. Je kunt wel eens proberen hier en daar met nieuwe initiatieven te komen, maar het juiste middel om de Kerk een belangrijke plaats in de samenleving terug te geven, hebben we niet in handen.
En toch wordt het weer Pinksteren en horen we de verhalen over de apostelen die in vuur en vlam komen te staan. Willen we dat? Willen we ruimte geven aan Gods Geest in onze gemeenschap? Willen we onze kerk weer in “vuur en vlam” laten zetten? (Natuurlijk bedoel ik geen letterlijk vuur en vlam, maar figuurlijk!)
Gelukkig zijn er de laatste tijd veel mooie dingen gebeurd in onze parochie. We hebben tal van activiteiten en vieringen gehad, waaronder Palmpasen, een viering met de school in Wognum, de Goede Week, een prachtig Pasen, concerten, Familiezondagen en de Eerste Communie. Het Triduüm in Wognum was een hoogtepunt in onze parochiegemeenschap, dagen van verbondenheid en saamhorigheid waar velen door Gods liefde geraakt zijn. Ik ben trots om te zien hoeveel mensen in onze parochie met zoveel toewijding en liefde hun tijd en talenten inzetten. Vrijwilligers die met vreugde en dienstbaarheid Gods koninkrijk op aarde helpen bouwen! Het vuur brandt en ik ben dankbaar om te zien hoe Gods Geest onder ons in de parochie waait.
Om een goed vuur te laten branden vraagt om verbinding en samenwerking! Leg de blokken tegen elkaar aan. Dan geven ze warmte door, maar geef de blokken onderling wel genoeg ruimte voor zuurstof. Een gloeiend houtblok steekt de nabijgelegen blokken ook aan. Een losliggend houtblok zal sneller doven. Je hebt de nabijheid en warmte van de andere blokken nodig om voluit te kunnen branden. Zo is het ook met de kerkgemeenschap. Er is iemand die het vuur aansteekt, dat is de Heilige Geest en er zijn houtblokken nodig om het vuur brandend te houden, dat is de kerkgemeenschap. Door samenwerking en verbondenheid verwarm je elkaar en blijft het vuur branden.
Een ander couplet van het lied “In vuur en vlam” trof mij bijzonder:
En is uw vlam haast uitgeblust,
gij moedeloze, hier is rust!
Al wie in eerbied voor Hem knielt
wordt met zijn vuur opnieuw bezield.
Ik hoop het signaal “brand meester” niet te horen, maar dat we als kerk open mogen staan voor Gods Geest en dat Zijn Geest onze harten en de kerk in onze regio in “vuur en vlam” mag blijven zetten!
Ik wens jullie een “brandend” Pinksterfeest toe! Hartelijke groeten, Pastoor Álvaro