Zoals elk jaar had het Jubilatekoor ook dit jaar haar jaarvergadering na de repetitie.
Onze voorzitster Marga opende met een stukje uit een column van René Diekstra. Hieruit kwam naar voren dat door onderzoeken is bewezen dat koorzangers optimistischer over hun leven zijn, voelen zich gezonder, zijn meer verbonden met anderen, ervaren minder pijn en moeilijkheden bij dagelijkse activiteiten en leveren vaker positieve bijdragen aan het functioneren in hun gemeenschap.
Waar zingen al niet goed voor is.
Daarna las Nel het jaarverslag voor en memoreerde de bijzondere vieringen waarin Gré ook tweemaal het stokje van Marjo had overgenomen omdat Marjo niet aanwezig kon zijn. Maar ook dat een koorlid van ons gevallen was op het priesterkoor na de repetitie. Dat was behoorlijk schrikken, de ambulance werd gebeld, Joke moest mee met de ambulance; gelukkig was er niets gebroken maar ze moet geduld hebben met het herstel van haar spieren….het komt goed maar het heeft zijn tijd nodig.
Het financiële overzicht was goedgekeurd door de kascommissie. Vragen werden door de penningmeester beantwoord en vorig jaar was al goedkeuring aan de leden gevraagd voor een verhoging van de contributie voor 2025.
Tijdens de rondvraag werd door een nieuw lid opgemerkt dat zij dit koor als een warme deken ervaart wat ons natuurlijk allemaal goed deed.
Zo waren er nog wat vragen en opmerkingen waar het bestuur rekening mee zal houden en onze ‘gevallen vrouw’ had een gedicht gemaakt dat ze aan ons voorlas.
Ik wil het u niet onthouden:
“Er was eens een moidje uit Nibbik, die viel in de kerk, dat was een hille strop.
De hoilige Cunera en Maria waren niet thuis en vingen haar dus niet op.
Het was toch een knal, hil Nibbik kon het horen,
en dat moidje was erg van de rel en voelde zich effies hil erg verloren.
Ze was nagal verschoten hoor,
maar toen waren deer de engeltjes van het Jubilatekoor.
Ze begonne te regelen en dat moidje te verzorgen
Dat moidje kon van de poin wel janke maar ze voelde zich bij jullie geborgen.
Bedankt jullie allegaar voor de berichtjes en bezoekjes.
Dat moidje uit Nibbik kin nag niet touwtje springen
maar ze bloift voorloupig nag wel baai jullie zingen”.
We waren er van onder de indruk.
Weer een bevestiging van wat onze voorzitster bij de opening had voorgelezen uit de column van R. Diekstra.
We blijven allemaal graag zingen onder de bezielende leiding van Marjo en met muzikale begeleiding van onze organiste Mayling.
Zo blijven wij, met elkaar, een positieve bijdrage leveren aan het functioneren in onze gemeenschap.
Tony Slaman-Kuip