Ik kan niet bij je binnenkomen
als er geen ruimte is in jou,
en ik opbots tegen muren
van wat jij wilt en je verwacht.
Jij zegt wel: “Waar blijft God?”
maar eigenlijk verwacht je
opgesloten in jouw ‘ik’
een vervuller van jouw wensen.
Ik strek mijn handen uit naar jou.
En wacht, zoals een God kan wachten.
Och, roep dan echt om MIJ,
maak ruimte en doe open.
Toon Rabou, Kerstmis 1996